Herkomst
De Cymbidium komt in de tropische gebieden van Nepal, Vietnam, Taiwan, Australië en het Himalaya-gebergte voor. Ze groeit tussen rotsen, bladeren en boomstronken. De planten worden vermeerderd in een laboratorium. Ze zijn in een reeks van kleuren verkrijgbaar, bijvoorbeeld wit, geel, groen en rood of combinaties hiervan.
Licht
Een orchidee verlangt een lichte standplaats, maar tijdens het groeiseizoen (maart-september) geen direct zonlicht. In deze periode is de zon te scherp en kan het blad verbranden.
Temperatuur
De plant staat graag op kamertemperatuur, tussen 15-25 graden Celsius.
Voeding
Een maal per maand kunt u de plant wat speciale orchideeënmest geven. Voeg deze mest toe aan het bakje water waar u de planten in dompelt.
Overpotten
Als de plant te groot geworden is voor de kwekerspot (meestal na 1½ - 2 jaar) is het tijd om hem over te potten in een grotere pot. Onderin de nieuwe pot moeten gaatjes zitten om overtollig water af te voeren. Dit voorkomt wortelrot. De orchidee houdt van een luchtig grondmengsel, dus de grond niet te stevig aandrukken. Gebruik hiervoor de speciale orchideeëngrond. Na het overpotten de plant goed aangieten met water op kamertemperatuur om de ideale aansluiting te krijgen van de grond met de wortels en zo een vlotte weggroei te verkrijgen. Daarna 2 weken de helft van de normale hoeveelheid water geven. Na 4-6 weken de plant maandelijks bemesten.
Water geven
Bij het water geven ontstaan over het algemeen de meeste problemen. Men geeft vaak te veel water. De orchidee mag NOOIT met haar wortels in het water staan. Onderin de kwekerspot zitten gaatjes die het overtollige water afvoeren. Als de orchidee in een sierpot staat, blijft het water alsnog in de sierpot staan. Bij teveel water zullen de wortels van uw orchidee verrotten.
Water geven advies
Neem de orchidee met de kwekerspot uit de sierpot (laat de orchidee in de kwekerspot staan) en dompel deze in een bakje met water op kamertemperatuur. Laat de plant 5-10 minuten in het water staan. Laat de plant goed uitlekken en zet haar dan terug in de sierpot. Op deze manier kunt u niet te veel water geven.